Pensmarkt

  

Aan de oostzijde van de Pensmarkt stond in oude tijden het Vleeshuis dat aan het slagersgilde toebehoorde. Aan de noordzijde daarvan bevond zich het Broodhuis dat later bij het Vleeshuis zou worden getrokken. Boven dit Vleeshuis kwam de Lakenhal. Heel helder zijn de berichten 

hierover intussen niet de geleerden geven namelijk nogal eens van elkaar afwijkende meningen. Volgens sommigen stond de Lakenhal er al in 1287 en kwam de Vleeshal later. Intussen mochten lakens uitsluitend in de Lakenhal worden verhandeld en vlees slechts in de Vleeshal waar iedere slager zijn eigen bank had. Leuk is dat in latere tijden aan dienstboden die in het Vleeshuis hun inkopen kwamen doen een borreltje geschonken werd. Maar het stadsbestuur vaardigde in 1766 een resolutie uit om deze uitspatting te beteugelen. Mocht de verkoop van vlees al uitsluitend in het Vleeshuis plaatsvinden er was toch een uitzondering pens (koeien maag) werd op straat vóór het Vleeshuis in kramen verkocht door de z.g. Pensvrouwen. Hoe de straat aan haar naam gekomen is zal dus geen vragen oproepen.
Na 1464 schijnt de bovenverdieping waar tot dan toe de Lakenhal gevestigd was geweest een andere bestemming te hebben gekregen de Rederijkers vestigden er hun schouwburg. Omstreeks het jaar 1860 is het gebouw afgebroken de Boterhal werd er gebouwd het Provinciaal Genootschap betrok dé bovenverdieping. Die Boterhal dat was een mooi gebouw heel wat stijlvoller dan de winkel die er nu staat. Onder de daklijst bevonden zich 7 nissen die elk een borstbeeld vertoonden van een beroemd persoon.

       
In de parterre van de Boterhal was ook de waag gevestigd. In onze jeugd hebben wij die enorme weegschaal zo groot als de heksenwaag in
Oudewater nog gezien en ook de twee raven die de toenmalige waagmeester daar in een grote kooi hield. Onder de Boterhal waren drie kelders. De gemeente had die voor zes jaar verhuurd aan Joh. Word ragen die 'De Kromme' genoemd werd. De huur bedroeg de somma van fl.75,- per jaar. De huurder dreef er een café in. Er was nog een café aan deze zijde van de Pensmarkt dat was 'Gelders Welvaren' waar de paardentram stopte. Als Napoleon bij zijn bezoek in 1810 zijn zin gekregen had zou er van dit alles niets meer te zien geweest zijn. Hij vond dat het blok op de Markt maar gesloopt moest worden om de markt te vergroten.
Aan de overzijde heeft eens het paleis van de Hertog van Brabant gestaan dat heette 'De Swaen' de zwaan was van oudsher een embleem van de Brabantse hertogen. Niet ver daar vandaan stond op de zuidoostelijke hoek van het 2e Korenstraatje ten dienste van de jacht het hertogelijk hondenhuis genaamd 'Het Hazewindje'. Het was een houten huis dat in 1835 werd afgebroken. Op de plaats van het paleis kwam later o.m. het gebouw van de R.K. Werklieden bond. Dat bestaat nu ook niet meer maar er is wel iets van over er waren twee gedenkstenen in aangebracht een voor Mgr. Mutsaers en een voor Mgr. Prinsen. Beiden hebben met anderen veel voor de toenmalige arbeiders gedaan. Die gedenkplaten bleven bewaard ze zijn nu ingemetseld te vinden in het gebouw van het Centrale Ziekenfonds Hinthamerstraat 141.

        

De voormalige Boterhal, omstreeks 1900

      

    

   

        

Op 22 december 1938 brandt het magazijn "de Zon", het meubelwarenhuis van Vroom & Dreesmann op de hoek Pensmarkt/ Minderbroedersstraat" geheel af. Aangezien het bijzonder hard vriest, verstilt het bluswater tot reusachtige ijspegels. Het gebouw wordt niet direct herbouwd; er verrijzen etalages. In 1966 zal er een nieuw warenhuis worden gebouwd (de "nieuwe" V&D).

   
Het huis no. 22 dat de naam 'De Vergulde Ploeg' draagt heeft in verband met de beschietingen tijdens de bevrijding waardoor de St. Pieterskerk onbruikbaar was geworden van 27 oktober tot 23 december 1944 dienst gedaan als parochiekerk. Ter herinnering daaraan maakte Marius de Leeuw een bijzonder fraai gedenkteken dat echter bij een verbouwing in 1978 verwijderd werd en zich nu in particuliere handen bevindt. Intussen krijgt wie zoals wij de tekeningen van de toenmalige stadsarchitect Van Kessel voor deze hoek gezien heeft tranen in de ogen bij het aanschouwen van de bunker die V&D daar neer heeft mogen zetten. Maar afgezien daarvan is de Pensmarkt vooral op marktdagen een straat vol opgewekte vrolijke drukte. Het is ook een mooie straat met ons stadhuis op de achtergrond.

    

Vorige1345VolgendeLaatste